
5 “David antwoordde de priester en zei tegen hem: Jazeker, de vrouwen zijn ons gisteren en eergisteren onthouden. Toen ik eropuit trok, waren de voorwerpen van de jongens heilig. En het is in zekere zin gewoon brood, temeer omdat er vandaag ander brood in de vaten geheiligd zal worden.”
– 1 Samuel 21:5 –




8 “En David zei tegen Achimelech: Hebt u hier geen speer of zwaard voorhanden? Ik heb namelijk mijn zwaard niet mee kunnen nemen, evenmin als mijn andere wapens, want de zaak van de koning had haast.
9 Toen zei de priester: Het zwaard van Goliath, de Filistijn, die door u verslagen is in het Eikendal, zie, dat ligt hier, in een kleed gewikkeld, achter de efod. Als u dat mee wilt nemen, neem het mee, want er is hier geen ander dan dat. David zei: Zoals dat is er geen tweede, geef het mij.”
– 1 Samuel 21:8-9 –

The Opposites – Jouw Pijn, Mijn Pijn – Anno 2007

16 “Toen stond Jonathan, de zoon van Saul, op en ging naar David in Choresa; en hij bemoedigde hem in God.* (*Letterlijk: hij maakte zijn hand sterk in God.)
17 Hij zei tegen hem: Wees niet bevreesd, want de hand van mijn vader Saul zal je niet vinden, maar jij zult koning worden over Israël en ik zal de tweede na jou zijn. Ook mijn vader Saul weet dit wel.
18 En zij sloten een verbond met elkaar voor het aangezicht van de HEERE; en David bleef in Choresa, maar Jonathan ging naar zijn huis.”
– 1 Samuel 23:16-18 –
