Dagelijkse Dauw – II Samuel

The Bible Project : Read Scripture – Overview : 2 Samuel

Timothy Keller – “Discovering The Gospel In 1 & 2 Samuel” – Anno 2023

The Hobbit : The Battle Of The Five Armies – “Will You Follow Me, One Last Time?” Trailer – Anno 2014

Sin City : A Dame To Kill For – Comic-Con Red Band Trailer – Anno 2014

1 “Het gebeurde bij het aanbreken van het nieuwe jaar,11:1 bij … jaar – Letterlijk: bij de terugkeer van het jaar. in de tijd dat de koningen ten strijde trekken, dat David Joab en zijn manschappen met hem en heel Israël eropuit stuurde. Zij richtten de Ammonieten te gronde en belegerden Rabba. David bleef echter in Jeruzalem.
2 Tegen de avond gebeurde het dat David opstond van zijn slaapplaats en op het dak van het huis van de koning wandelde. Vanaf het dak zag hij een vrouw die zich aan het wassen was; deze vrouw nu was heel knap om te zien.
3 David stuurde een bode en liet naar deze vrouw vragen; en men zei: Is dat niet Bathseba, de dochter van Eliam, de vrouw van Uria, de Hethiet?
4 Toen stuurde David boden en liet haar halen. Toen zij bij hem gekomen was, sliep hij met haar – zij had zich zojuist van haar onreinheid gezuiverd. Daarna keerde zij terug naar haar huis.
5 De vrouw werd zwanger; daarom stuurde zij een bode en vertelde David en zei: Ik ben zwanger.”
– 2 Samuel 11:1-5 –

2 “De koning zei tegen Ziba: Wat wilt u daarmee? Ziba zei: De ezels zijn voor het huis van de koning om op te rijden, het brood en de zomervruchten voor de knechten om te eten, en de wijn voor de vermoeiden in de woestijn om te drinken.”
– 2 Samuel 16:2 –

3 “Ik onderzocht mijn hart door mijn lichaam te verkwikken met wijn (mijn hart echter behield in wijsheid de leiding) en door dwaasheid aan te grijpen, totdat ik zou zien wat het beste is voor de mensenkinderen om onder de hemel te doen tijdens het getal van hun levensdagen.”
– Prediker 2:3 –

6 “Geef sterkedrank aan wie dreigt om te komen,
en wijn aan hen die bitter bedroefd van ziel zijn.
7 Laat hem drinken en zijn armoede vergeten,
en niet langer aan zijn moeite denken.”
– Spreuken 31:6-7 –